Carpaal Tunnel Syndroom

Bij een carpaal tunnel syndroom (CTS) is er een zenuw in de pols bekneld. Hierdoor kunnen uw vingers gevoelloos lijken of voelt u tintelingen in de vingers. 

Op de pagina van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie vindt u meer informatie over CTS.

Als eerste brengt u een bezoek aan de neuroloog. De neuroloog vraagt u wat uw klachten zijn en doet daarna een kort lichamelijk onderzoek. Als de neuroloog vermoedt dat u inderdaad een carpaal tunnel syndroom heeft, gaat u meteen door naar de afdeling Klinische Neurofysiologie (KNF) voor een EMG onderzoek. Daarna krijgt u gelijk de uitslag.

Bij een electromyografisch (EMG) onderzoek worden uw spieren en zenuwen onderzocht.
Dit gebeurt door korte elektrische stroompjes door de zenuwen te sturen. De laborant meet hoe die stroompjes door de zenuwen worden geleid. Hierdoor krijgt de arts meer informatie over de werking van uw zenuwstelsel. Een computer registreert deze stroompjes via elektroden. Dit doet geen pijn.

Het onderzoek
De laborant plaatst de elektroden op uw arm. Dit zijn plakkertjes die op uw huid worden geplakt en ringetjes die om vingers worden gedaan.

Tijdens het onderzoek krijgt u kleine elektrische schokjes op uw huid. De schokjes voelen aan als een tik en duren heel kort. De schokjes kunnen vervelend aanvoelen, maar zijn onschadelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een speciaal hiervoor opgeleide laborant van de afdeling.

Het onderzoek zelf duurt ongeveer 10 minuten. Als uw arm voor het onderzoek met kompressen wordt opgewarmd, duurt het onderzoek 25 tot 30 minuten.

U kunt na het onderzoek op eigen gelegenheid naar huis. Het onderzoek heeft geen invloed op uw rijvaardigheid.

Als u een onderzoek krijgt van uw handen of armen, moet u uw armbanden en horloge af doen. Dit gaat soms moeilijk. Probeert u daarom thuis al of dit wil lukken.

De elektrische activiteit van de zenuw en de spier wordt via de huid gemeten. Dit lukt niet als de huid wat vettig is. Gebruik daarom van tevoren geen (bad)olie, bodylotion of andere crèmes.

Zorg, vooral als het buiten koud is, voor warme handen. Meestal wordt één arm vóór het E.M.G.-onderzoek 15 tot 20 minuten opgewarmd. Dit gebeurt met warmtekompressen (zie afbeelding hieronder)

Wij verzoeken u vriendelijk het volgende mee te nemen bij uw bezoek aan de CTS poli:

• Uw verwijzing van de huisarts.
• Een lijst met medicijnen die u gebruikt. U kunt deze lijst zelf maken, maar u kunt dit ook aan uw apotheek vragen.