Wat moet iemand doen voor een euthanasieverzoek?
Een euthanasieverzoek (ook wel wilsbeschikking genoemd) hoeft niet per se schriftelijk te worden gedaan. Als iemand zijn wens aan de dokter kenbaar maakt, is hij verplicht dat in het dossier op te nemen. Daarmee is het verzoek vastgelegd, maar niet toegezegd. Een schriftelijk verzoek heeft wel de voorkeur, omdat een arts daarmee bij de toetsing van de euthanasie minder snel in de problemen komt.
Een verzoek kan iemand in eigen woorden op papier zetten. Een standaardverklaring kan een handig hulpmiddel zijn, maar is zeker niet noodzakelijk. Er zijn artsen die er toch om vragen. De wet stelt geen eisen aan de vorm. Het gaat erom dat zo duidelijk mogelijk omschreven staat wanneer de situatie in een ziekteproces ondraaglijk wordt. Voor het opstellen van het verzoek zijn geen getuigen nodig en ook geen goedkeuring door een notaris.
Net als een donorcodicil blijft een euthanasieverzoek geldig totdat iemand het weer intrekt. Het regelmatig vernieuwen is niet nodig, al vinden sommige artsen (en de toetsingscommissie) dat wel fijn omdat daarmee getoond wordt dat een wens onveranderd is. Belangrijk is dat iemand op het moment dat zijn persoonlijke grens is bereikt, precies benoemt wat de situatie op dát moment ondraaglijk en uitzichtloos maakt.