Terug naar huis
U hoort meestal een dag van tevoren dat uw kind weer naar huis mag. U krijgt informatie over bijvoorbeeld medicijnen die uw kind moet gebruiken, voeding of leefregels. Ook hoort u of uw kind voor controle terug moet komen. De huisarts krijgt een brief met alle gegevens over uw kind. Als er nog bijzondere verzorging of begeleiding nodig is, kan in overleg met u de wijkverpleegkundige of het Transmuraal team ingeschakeld worden.
Weer thuis
Thuiskomen is een feestelijke gebeurtenis. Na een poosje gaat alles weer z’n normale gangetje. Niet alle kinderen krijgen ‘last’ van een verblijf in het ziekenhuis. Maar soms blijkt dat het gewone leventje niet zo gemakkelijk wil beginnen. Uw kind gaat bijvoorbeeld weer duimzuigen, angstig dromen of wil niet alleen zijn. Uw kind heeft dan veel aandacht, warmte en geduld nodig. Blijf de eerste dagen zoveel mogelijk thuis of neem als u weg moet een oppas die het kind kent.
Laat 's nachts een lichtje branden. Geef er aan toe als hij op schoot wil zitten of met eten geholpen wil worden. Zodra uw kind alles goed heeft verwerkt, wil hij weer graag ‘groot’ zijn. Praten over het ziekenhuis kan uw kind helpen zijn ervaringen te verwerken.