De operatie
De anesthesioloog heeft vooraf met u gesproken over de anesthesie (narcose). Kinderen onder de tien jaar gaan meestal met een kapje onder narcose. Kinderen van deze leeftijd die een wat langere operatie ondergaan, krijgen ook een infuusnaaldje. Dit naaldje wordt ingebracht als uw kind onder narcose is. Tieners gaan meestal via een infuusnaaldje in de arm onder narcose. Dit infuusnaaldje wordt op de operatiekamer ingebracht. Via dit naaldje kunnen zo nodig ook extra medicijnen worden gegeven.
U mag bij uw kind blijven totdat hij of zij slaapt. U mag daarbij de hand van uw kind vasthouden. U moet zich realiseren dat het bijwonen van het in slaap maken van uw kind, emoties bij u kan oproepen. Het in slaap vallen duurt meestal één tot twee minuten.
Als uw kind in slaap valt, kunnen de volgende verschijnselen optreden:
- Wit wegtrekken;
- Tranende ogen;
- Raar bewegende ogen;
- Scheel kijken;
- Knipperen van de oogleden;
- Plotselinge schokbewegingen van de armen en/of benen.
Hierover hoeft u zich geen zorgen te maken; dit zijn normale reacties. Op het moment dat uw kind diep genoeg slaapt, vraagt de anesthesioloog u de operatiekamer te verlaten. De ogen van uw kind zijn soms nog open, terwijl uw kind toch in diepe slaap is.
De pedagogisch medewerker brengt u naar een ruimte waar u kunt wachten totdat de operatie klaar is.