Zorgpad

Scoliose

De term scoliose is afgeleid van het Griekse woord ‘skolios’, dat krom betekent. Bij scoliose is er sprake van een zijwaartse verkromming van de wervelkolom. Meestal zijn er twee bochten waardoor de typische S-vorm ontstaat. Een of meer dan twee bochten komt ook voor.

  1. De wervelkolom

    De wervelkolom

    De wervelkolom bestaat uit zeven nek-, of cervicale wervels. Direct daaronder twaalf thoracale wervels, die bij de borstkas horen. De ribben zitten vast aan deze wervels. En tot slot nog vijf lumbale wervels; de wervels van de lage rug. De wervelkolom dient voor ondersteuning en vorm van het lichaam, maar beschermt ook het ruggenmerg, dat door het wervelkanaal loopt.

  2. De oorzaak

    De oorzaak

    Bij zeker 80% van de patiënten met scoliose wordt geen oorzaak gevonden voor de kromming in de wervelkolom. De medische term hiervoor is idiopathisch. De aandoening komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Idiopathische scoliose ontwikkelt zich tijdens de groei en begint tussen de leeftijd van 9 en 15 jaar. Op oudere leeftijd kan scoliose ontstaan door slijtage van de rug of ingezakte wervels.

    Een aangeboren kromming van de wervelkolom, bijvoorbeeld door een niet goed gevormde wervel, is veel zeldzamer.

  3. De klachten

    De klachten

    Scoliose van de wervelkolom kan bestaan zonder klachten te geven. Dan wordt deze bijvoorbeeld voor het eerst ontdekt op vakantie, als de patiënt zwemkleding draagt. Ook een scheefstand van de schouder of  afwijkende vorm van de borstkas kan als eerste opvallen. Soms wordt een scoliose gezien bij kinderen die rugklachten hebben; pijn of een vermoeid gevoel. Het is daarbij niet altijd zeker dat de scoliose deze klachten ook echt veroorzaakt.

    Tijdens de groei kan de kromming in de wervelkolom toenemen. Wanneer de patiënt is uitgegroeid, neemt ook de bocht niet verder toe. Controles van de scoliose vinden daarom in deze periode plaats.

    Een ernstige verkromming van de wervelkolom kan ertoe leiden dat de werking van longen en het hart belemmerd worden, maar dit is uiterst zeldzaam.

  4. Het onderzoek

    Het onderzoek

    De diagnose wordt gesteld door een combinatie van het verhaal, het lichamelijk onderzoek en standaard röntgenfoto’s van de rug. Indien nodig wordt er nog een speciale röntgenfoto gemaakt. Hierbij wordt de gehele wervelkolom afgebeeld, zodat de grootte van de kromming kan meten. Deze wordt in graden uitgedrukt. De gewone röntgenfoto is hiervoor minder geschikt.

    Om de ontwikkeling van de scoliose te vervolgen, zijn aanvullende rontgenfoto’s zinvol. Ook dan wordt de hele wervelkolom op één foto vastgelegd. Vervolgafspraken worden zo nodig gecombineerd met deze speciale foto. De poli is zo ingericht dat deze kan plaatsvinden op dezelfde dag, voorafgaand aan het bezoek.

  5. De behandeling

    De behandeling

    In de meeste gevallen is een behandeling door de fysiotherapeut voldoende. Dat kan bij een ‘gewone’ fysio- of manueel therapeut, maar ook Cesar en Mensendieck therapie zijn hiervoor geschikt. Een belangrijk deel van de behandeling bestaat uit houdingscorrectie, waarbij de patiënt aanleert de kromming tegen te gaan. Dit wordt vaak gecombineerd met zogenaamde ‘core-stability’ oefeningen. Die zorgen voor versterking van de spiergroepen die op de wervelkolom inwerken. Zowel rug- als buik spieren worden daarbij getraind. 

    Wanneer de kromming van de wervelkolom ondanks therapie toch toeneemt, is het in een aantal gevallen nodig te starten met een brace behandeling. Hiervoor worden patiënten doorverwezen naar het Sophia Kinderziekenhuis of het Erasmus MC.

    Bij ernstige kromming, ondanks conservatieve behandeling, is soms een operatie nodig.

    In het Albert Schweitzer ziekenhuis opereren wij geen patiënten aan scoliose. Ook in dat geval worden patiënten doorverwezen naar het Sophia Kinderziekenhuis of het Erasmus MC.

Naar boven