Behandelvormen overactieve blaas zonder operatie

Er zijn verschillende mogelijkheden om een overactieve blaas te behandelen. De arts zal met u de voor- en nadelen bespreken. 

U kunt er meer over lezen door op onderstaande onderwerpen te klikken. 

Medicijnen

Bij een overactieve blaas kan worden gekozen voor een behandeling met medicijnen als bekkenfysiotherapie en blaastraining niet voldoende effect hebben. Soms worden medicijnen en bekkenfysiotherapie gelijktijdig geadviseerd. Deze medicijnen, anticholinergica genoemd (bijvoorbeeld Emselex, Toviaz en Vesicare), blokkeren bepaalde zenuwimpulsen waardoor de spierspanning van de blaas vermindert. Hierdoor kan de blaas meer urine vasthouden en zal er minder urineverlies zijn.

Bijwerkingen
Deze medicijnen kunnen echter bijwerkingen hebben (een droge mond, droge ogen en wazig zien). Daarnaast kan ook obstipatie (verstopping) en duizeligheid voorkomen. Dit kan voor patiënten een reden zijn om ze niet meer in te nemen. Het is dan mogelijk om een ander medicijn in te nemen. Het medicijn Betmiga ontspant het spierweefsel van de blaas, hierdoor kan de blaas meer urine vasthouden. Dit medicijn kan een verhoging van de bloeddruk geven.

Blaastraining 

Met blaastraining wordt geleerd om zo te plassen dat daarmee de blaasfunctie verbetert. Blaastraining kan zowel door een continentieverpleegkundige als door een bekkenfysiotherapeut worden gegeven. Het wordt regelmatig voorgeschreven in combinatie met medicijnen en/of met bekkenbodemtherapie.

Plaspatroon
Blaastraining wordt het meest gebruikt bij aandrangincontinentie, waarbij sprake is van een overactieve blaas. Maar blaastraining kan ook helpen bij alle andere vormen van incontinentie waarbij de blaasfunctie verstoord is door een verkeerd plaspatroon. Ook bij te weinig plassen of als sprake is van steeds terugkerende blaasontsteking (doordat urine in de blaas achterblijft), wordt blaastraining gegeven. 

Plasdagboek
Voordat de training begint, worden eerst het plaspatroon en het plasgedrag besproken. Daarnaast wordt gevraagd om gedurende twee tot drie dagen een plasdagboek bij te houden. Op basis van de bevindingen in het plasdagboek krijgt u adviezen over uw plaspatroon en de manier waarop u met de aandrang kunt omgaan.

Bekkenfysiotherapie

Door het volgen van bekkenfysiotherapie leert u uw bekkenbodemspieren zo te gebruiken dat zij beter hun werk doen. Na een behandeling met bekkenfysiotherapie is de kans ongeveer 80 procent dat u na 12 weken uw bekkenbodemspieren zo kunt gebruiken dat uw klachten verdwenen zijn of zo sterk verminderd dat er geen andere behandeling meer nodig is.

De volgende behandelingen zijn mogelijk binnen bekkenfysiotherapie:

  • Functionele oefentherapie: Door speciale oefeningen leert u uw bekkenbodem voelen en leert u hoe u deze kunt gebruiken. 
  • Biofeedbacktraining: Biofeedbacktraining is een behandeling waarbij u via een beeldscherm informatie krijgt over bepaalde reacties in uw lichaam: in dit geval over het aan- en ontspannen van de bekkenbodemspieren. Bij biofeedback wordt deze spieractiviteit gemeten via een elektrode die tijdens de oefeningen in uw schede (vagina) of anus wordt geplaatst. Op het beeldscherm kunt u de bewegingen van de bekkenbodemspieren volgen. Zo wordt u zich meer bewust van het gebruik van deze spieren.
  • Functionele elektrostimulatie: Met functionele elektrostimulatie (FES) kunnen uw bekkenbodemspieren door middel van hele milde stroomimpulsen kunstmatig worden samengetrokken. Deze inwendige behandeling wordt regelmatig toegepast als de bekkenbodemspieren te slap zijn of als u niet goed weet hoe u uw bekkenbodemspieren moet aanspannen. Deze behandeling is meestal maar een paar keer nodig. 

Lees meer over bekkenfysiotherapie in deze folder

PTNS 

PTNS (Percutane Tibial Nerve Stimulation) is een vorm van neurostimulatie. Hierbij worden met een dun naaldje stroomimpulsjes gegeven aan de lange beenzenuw in het onderbeen net boven de binnenzijde van het enkelgewricht. Via prikkeling van de onderbeenzenuw wordt ook de 3e heiligbeenzenuw geprikkeld met hetzelfde effect voor de blaas. Dit heeft een ontspannende werking op de blaasspier. U wordt één keer per week een half uur behandeld, gedurende 12 weken. 

Ga terug naar het zorgpad overactieve blaas

U bent nu hier

HomepageBekkenbodemcentrumAandoeningenBlaasklachtenBehandelmogelijkheden overactieve blaas zonder operatie
Naar boven