Stent plaatsing
Een stent is een metalen buisje dat in het vernauwde deel van het bloedvat geplaatst wordt.
Dit is vaak nodig als een dotterbehandeling onvoldoende resultaat oplevert. Dit buisje blijft in het bloedvat achter.
De angiokamer
De behandeling wordt uitgevoerd op angiokamer locatie Dordwijk. De angiokamer is een onderdeel van de afdeling Radiologie. Deze kamer is speciaal ingericht voor het afbeelden en behandelen van bloedvaten. Omdat er onder zeer steriele omstandigheden gewerkt moet worden, lijkt de ruimte op een operatiekamer. Het personeel draagt speciale kleding en toegang tot de kamer is alleen toegestaan voor patiënten en personeel.
De arts die de behandeling uitvoert is niet uw eigen arts maar een radioloog die gespecialiseerd is in dit soort behandelingen. De radioloog wordt geassisteerd door twee laboranten.
De behandeling
In uw lies wordt de liesslagader opgezocht en aangeprikt. Via de naald wordt een dun slangetje (catheter) in de bloedbaan geschoven. Om te kijken waar de stent precies geplaatst moet worden, worden eerst röntgenfoto's gemaakt. Daarvoor krijgt u via het slangetje een contrastmiddel ingespoten. Van het contrastmiddel kunt u een warm gevoel krijgen. Dit warme gevoel verdwijnt al heel snel.
Om te bepalen welke stent geschikt is, wordt de doorsnede van het bloedvat en de lengte van de vernauwing gemeten. De stent zit vast aan een catheter die via de lies naar binnen gaat. De stent wordt op de juiste plaats gelegd. Als de stent goed ligt, laat deze los van de catheter. De stent blijft achter in het bloedvat. De stent geeft continue druk tegen de binnenwand van het bloedvat zodat het bloedvat open blijft. De catheter wordt aan het eind van de behandeling weer verwijderd.
Meer informatie over deze behandeling en de nazorg kunt u lezen in de patiëntenfolder 'Behandeling van een slagader'. Wij raden u aan deze folder voor de behandeling aandachtig door te lezen.