Historie locatie Sliedrecht

Ziekenverpleging door het Groene Kruis 1903 - 1957
Bijna een eeuw geleden richtte de provinciale Zuid-Hollandse vereniging het Groene Kruis een ziekenhuis op in Sliedrecht. In die tijd bestond er al een ziekenlokaaltje voor lijders aan epidemische ziekten, zoals cholera en tyfus, maar dit voldeed niet meer. Met giften van de gegoede burgerij kocht de vereniging een Herenhuis aan de huidige rivierdijk, waar men de verpleging met modernere middelen aanpakte.

In 1931 betrok afdeling Sliedrecht van het Groene Kruis een nieuw gebouw in de Kerksbuurt. Door een schenking van Adriaan Jan Prins Visser, zijn erfgenamen en dankzij een bijdrage van 70.000 gulden van de bevolking van Sliedrecht kon dit pand als ziekenhuis met twintig bedden worden ingericht.

Tijdens de wederopbouw na de oorlog bleek er behoefte te bestaan het ziekenhuis in Sliedrecht uit te breiden. Achter het oude pand verrees een gebouw met twee bouwlagen waar poliklinieken, laboratorium, consultatiebureaus en verpleegafdelingen in gehuisvest werden. Het Groene Kruis kon de financiering van de nieuwbouw nauwelijks dragen. Zeker nadat de kosten de eerste beramingen ver overstegen. In de jaren na de opening in 1953 bleef de exploitatie van het ziekenhuis door het Groene Kruis een heikele onderneming. De gemeente Sliedrecht moest elk jaar bijspringen om de begroting kloppend te maken. De Gedeputeerde Staten adviseerde de gemeente het ziekenhuis over te nemen om het daarna op te heffen. Het eerste advies werd opgevolgd; het ziekenhuis werd op 19 januari 1957 door de gemeente voor het symbolische bedrag van fl. 1,00 overgenomen. Van opheffing was daarna geen sprake.

Het Gemeenteziekenhuis Sliedrecht 1957 - 1986
De gemeente, die nu een eigen gemeenteziekenhuis bestuurde, liet al voor de overname onderzoeken uitvoeren naar het verbeteren van de rentabiliteit van het ziekenhuis. Men constateerde dat de lage beddencapaciteit, de ligging en de bouwkundige staat van het ziekenhuis geen toekomstperspectief boden. Men moest het ziekenhuis grootser opzetten. Met steun van de Gedeputeerde Staten liet men de bouw van geheel nieuw ziekenhuis onderzoeken. Uiteindelijk werd in 1966 toestemming verleend tot de nieuwbouw van een ziekenhuis met 120 bedden.

Fusie noodzakelijk
Op 1 februari 1968 kon men een voor die tijd modern pand aan de Wilhelminastraat betrekken. In de jaren zeventig verwierf Sliedrecht zich vervolgens een plaats als streekziekenhuis voor de Alblasserwaard. Zelfs in 1992 spraken de huisartsen uit Graafstroom hun voorkeur uit voor het bestaan van een basisziekenhuis in Sliedrecht boven een ziekenhuis in Dordrecht of Gorinchem.

Binnen de muren van het gebouw maakte het ziekenhuis plaats voor de Algemene Stichting voor Zwakzinnigen, een Bloedbank, een Revalidatiecentrum en een Pathologisch Anatomisch Laboratorium. Overbebedding in de regio Dordrecht en de Alblasserwaard noopte het Gemeenteziekenhuis Sliedrecht tot onderhandelingen met het veel oudere Gemeenteziekenhuis Dordrecht. De politiek zag in een fusie van de twee gemeenteziekenhuizen een middel om de overbebedding in de regio aan te pakken. Daarnaast was er een bouwstop in de regio Dordrecht. Het Gemeenteziekenhuis Dordrecht wenste al langere tijd een nieuwbouwproject op te starten. De politiek vereiste echter een fusie alvorens een bouwplan werd uitgevoerd. De noodzaak tot fuseren was hiermee voor beide ziekenhuizen geboren.

Het Merwedeziekenhuis, locatie Sliedrecht 1986 - 1999
Eind 1984 zaten de burgemeesters van Sliedrecht en Dordrecht bij de toenmalige commissaris van de koningin van Zuid-Holland, Schelto Patijn. De situatie voor het ziekenhuis Sliedrecht was penibel, terwijl het ziekenhuis in Dordrecht graag wilde gaan bouwen. Een fusie tussen de twee ziekenhuizen was onvermijdelijk. Patijn heeft toen beide burgemeesters met klem verzocht een intentieverklaring voor een fusie te tekenen. Een jaar later, in 1986, was de fusie een feit. Het Merwedeziekenhuis was geboren.

De eerste stappen die werden ondernomen om beide ziekenhuizen tot één instelling om te smelten, waren gemeenschappelijke verkiezingen voor de medezeggenschapsraad. Een andere belangrijke stap was de bouw van het nieuwe Merwedeziekenhuis op de Albert Schweitzerplaats in Dordrecht.
Deze werd in 1990 door Patijn geopend. In dit gebouw werd de nieuwe organisatie vormgegeven. Het ziekenhuis in Sliedrecht bleef in principe haar oude streekfunctie (klinische en poliklinische zorg) uitoefenen. Het integratieproces was eind jaren tachtig hortend en stotend op gang gekomen. Er werd een nieuw bestuur en directie gevormd van het Merwedeziekenhuis. De locatiemanager van Sliedrecht, de heer Van de Wiel, had in 1987 wel begrip voor het ongemak dat de Sliedrechtse medewerkers hadden met de fusie, maar hij pleitte voor een gemeenschapsgevoel bij beide locaties. Het was al snel duidelijk dat beide locaties elkaar nodig hadden, een symbiose van twee zorginstellingen.

Heroriëntatie
Voor locatie Sliedrecht stonden de jaren negentig in het teken van een heroriëntatie en reorganisatie. Begin 1992 kwam er een rapport uit, waarin vier toekomstscenario's werden beschreven voor het Merwedeziekenhuis in het algemeen en locatie Sliedrecht in het bijzonder. De bouwtechnische en financiële situatie van locatie Sliedrecht zag er slecht uit. Het bestuur stond voor de zware opgave een besluit te nemen over de toekomst van de locatie. Op 10 juni koos men uiteindelijk voor het enigszins aangepaste derde scenario: Sliedrecht zou een ziekenhuis worden met 38 bedden en een uitgebreide polikliniek.

Na verzet van het gemeentebestuur en de bevolking is er opnieuw onderzoek gedaan en het definitieve besluit werd uitgesteld. Op 18 november sprak het bestuur haar definitieve oordeel uit voor de locatie Sliedrecht. Gekozen werd een model waarin de locatie 100 bedden kreeg voor klinische zorg. In drie jaar tijd moest een niveau gehaald worden van 5.200 opnamen per jaar. Het Sliedrechtse ziekenhuis kreeg nog een kans.

Reorganisatie
Meteen in 1993 werd gestart met de reorganisatie van locatie Sliedrecht. De Verpleegafdeling en afdeling verloskunde werden gesloten, op de polikliniek werd plaats gemaakt voor twee dermatologen, een reumatoloog, orthopedisch chirurg en kinderartsen. Zij hielden spreekuur in Sliedrecht en voerden dagbehandelingen uit. Het aantal dagbehandelingen, die in 1998 gestart waren, nam sterk toe.

Op 30 september startte men met een grote opknapbeurt van de gevel van het ziekenhuis. Op datzelfde moment werden twee tijdelijke operatiekamers ingericht, zodat de drie operatiekamers ingrijpend verbouwd konden worden. Algemeen directeur Sluis verklaarde op dat moment al dat na de grootscheepse verbouwing "we rustig kunnen stellen dat Sliedrecht dan beschikt over de modernste operatiekamers van de regio". Het Merwedeziekenhuis toonde in mei van 1994 dan ook met trots het nieuwe operatiekamercomplex in Sliedrecht aan het publiek.

Van kliniek tot Onderzoek- en Behandelcentrum
In 1994 bleek na onderzoek toch dat de financiële exploitatie van model Sliedrecht onverantwoord was. Het Merwedeziekenhuis zou na enkele jaren exploitatie met grote tekorten te maken krijgen. Deze zouden op geen enkele manier terugverdiend kunnen worden. Op 4 oktober nam het bestuur het besluit dat voor Sliedrecht een alternatief gezocht moest worden. Het Merwedeziekenhuis maakte een gedegen plan, geënt op de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Het besluit viel dat de locatie zou worden omgebouwd tot een Onderzoek- en Behandelcentrum. Artsen hielden in Sliedrecht spreekuur en behandelen patiënten in de dagbehandeling. De E.H.B.O. werd vijf dagen in de week geopend tijdens kantooruren. Poliklinieken werden opgeknapt en Sliedrecht kreeg een nieuwe entree, volgens het model van de nieuwbouw op de Albert Schweitzerplaats. Op 25 september 1997 is het Onderzoek- en Behandelcentrum Sliedrecht officieel geopend.

Albert Schweitzer ziekenhuis
Het Albert Schweitzer ziekenhuis bestaat sinds 1 januari 1999. Er heeft toen een fusie plaatsgevonden tussen het Drechtsteden Ziekenhuis en het Merwedeziekenhuis.

U bent nu hier

HomepageOver onsOrganisatieHistorieHistorie locatie Sliedrecht
Naar boven